Vlaanderen 2023

Epiloog

De Vlaanderen-tocht begon met een proloog, dus dan ligt een epiloog ook voor de hand. In willekeurige volgorde een aantal terugblikken:

– Het was heel fijn om te ervaren dat ik na een periode van ziekte en behandelingen dit fietsavontuur weer goed en zonder ongelukken heb weten te volbrengen.
– Het weer zat over het algemeen mee. In het begin was het warm en zonnig. 
Gaandeweg kwam er vaker bewolking en was er ook een echte regendag.
– De Santos heeft zich weer voorbeeldig gedragen, afgezien van af en toe een kettingkraakje. Ook werd ik gelukkig niet geplaagd door lekke banden, want ruige 
steenslag en kasseien deden mij wel eens het ergste vrezen. En een bandenwissel duurt bij mij aanzienlijk langer dan 2,3 seconden.
– Het overnachten bij ‘Vrienden op de fiets’ is me weer goed bevallen. Vooral het contact met ‘Gastgevers’ levert leuke gesprekken en informatie op. En hetzelfde, 
namelijk bed en ontbijt, is overal net weer even anders. Vaak kon ik op de dag zelf nog reserveren, maar een dag van tevoren boeken verdient de voorkeur.
– Vlaanderen heeft vooral veel prachtige steden. In het begin fietste ik in het vlakke deel van dit gewest; later volgde een heuvelachtig parcours met korte, pittige 
klimmetjes met name in de Vlaamse Ardennen rond Oudenaarde. Landschappelijk naar mijn smaak wel mooier.
– Het wegdek was redelijk. Vaak asfalt, maar plakwerk, steenslag, wortelruggen en kasseien maakten het fietsen soms minder aangenaam.
– De ervaring (paklijst) maakte dat ik niets ben vergeten om mee te nemen en gelukkig ben ik onderweg ook geen dingen kwijtgeraakt. Wel ongeveer 25 keer per dag even  mijn achterzak aftasten of de telefoon aan boord is.
– Opmerkelijk is dat ik tijdens het fietsen weinig trek in eten heb, maar wel dorst. 
Gelukkig is er in België heel veel lekker schuimend spul om je dorst te lessen…..
Eten deed ik meestal bij een Italiaan of in een cafetaria, want de Belgische frieten wil je natuurlijk ook niet missen.
– Het gedrag van automobilisten richting de fietser verdient roem, ook al grenst dat gedrag soms aan bijna overdreven onderdanigheid. Wij kunnen er wat van leren.
– Jammer dat de Belgen niet royaler zijn geweest in het plaatsen van kaartborden bij de knooppunten, zoals wij dat in ons land hebben gedaan.
– De behoefte aan muziek op het hoofd was deze keer niet groot. Dat is op zichzelf een goed teken, want die behoefte ontstaat bij taaie en saaie stukken.
– ‘t Is mooi geweest, ‘t is donders mooi geweest. Cijfer: 8 tot 9

Bericht 10

  • Datum: vrijdag 22 september
  • Traject: Turnhout – Baarle Nassau – Tilburg – Vught
  • Afstand : 63 kilometer
  • Weer: prima, bewolkt maar ook zon, geen regen. Een 8

De dag begint in Turnhout met een strak blauwe lucht, wat overigens geenszins een garantie is voor een droge en zonnige dag. Maar vandaag pakt het goed uit: bewolkt, maar ook zon en de wind grotendeels in de rug. Wat een verschil met gisteren!
Na een ontbijt in de cafetaria van mevrouw Kukeleire (spreek uit: Kukkelère) in de Korte Gasthuisstraat begeef ik mij weer op het rechte (fiets)pad (Bels lijntje) naar Baarle Nassau. Ik kan het niet laten om toch nog weer even binnen te stappen bij het VVV-kantoor van deze bijzondere gemeente, die binnen zijn grenzen 22 Belgische enclaves telt. En om het nog complexer te maken: soms ligt er binnen de grenzen van een Belgische enclave nog weer een apart stukje Nederlands grondgebied. Dus, stel dat de gemeente Emmen Baarle Nassau zou zijn, dan zou de Bargeres Belgisch kunnen zijn, maar de Mantingerbrink weer Nederlands. Het schijnt bestuurlijk en juridisch tot bizarre complicaties te kunnen leiden.
Ik maak ook nog weer even een foto van het meest gefotografeerde plekje in Baarle Nassau. Het betreft de kleinste enclave, waar een huis staat met twee huisnummers, omdat de grens midden door de voordeur loopt. Stel het je voor: de keuken ligt mogelijk in België en de woonkamer in Nederland. De in de keuken bereide maaltijd kan dus na export in de kamer worden genuttigd. En na het eten kun je de afwas in het buitenland doen.
Als je eens in de buurt komt…….Aanbevolen.

Onderweg in een bosrijk gebied tref ik nog een mij totaal onbekend fenomeen: Schijnvliegveld De Kiek. Ik houd me in. Zoek maar eens op Google.

Omdat ik om 14.30 in Vught moet zijn, moet ik opnieuw kiezen voor een zo kort mogelijke route, dus niet de fraaiste. Het genieten wordt daarmee ietwat afgebouwd. Het worden voornamelijk aparte fietspaden langs of parallel aan de provinciale wegen.
Om klokslag 14.30 arriveer ik op de parkeerplaats bij het voormalig kamp Vught. Daar heb ik afgesproken met mijn beide broers, die het kamp hebben bezocht en naar Vught zijn gereden om mij op te halen. We hijsen mijn hele pakkelarie in en achterop de Mazda en rijden naar Zwolle, waar we bij ‘onze’ Chinees aan de Willemskade gaan tafelen.
Thuis volgt een hartelijke ontvangst en, passend bij mijn fietstocht, kan ik nog een staartje meepikken van de voetbalwedstrijd Nederland-België. Met een fraaie en voor mij levendige beeldspraak sluit de verslaggever de dag af: ‘De leeuwinnen vonden in Leuven hun Waterloo’. Was ik er maar even wat langer gebleven.

Morgen volgt nog de epiloog van deze geslaagde reis.

Kleren drogen in Turnhout
Huis met twee huisnummers in B.Nassau

Bericht 9

  • Datum: donderdag 21 september
  • Traject: Leuven – Aarschot – Turnhout
  • Afstand: 82 kilometer
  • Weer: slecht; bijna de hele dagrit regen, dus ‘in het pak’. Cijfer: een 4

Bij het profiel van de fietser die lid is en gebruik maakt van ‘vrienden op de fiets hoort blijkbaar het kenmerk van betrouwbaarheid. Want ik kende mijn nieuwe gastechtpaar nog geen 5 minuten, of ik kreeg al uitleg hoe ik vandaag hun huis kon verlaten. Want zij moesten voor dag en dauw op weg naar Mechelen. De gastvrouw beloofde mij om het ontbijt klaar te zetten en…..dat pakte uitstekend uit ( zie foto). 

Vanaf de straat bieden de Belgen over het algemeen geen royale inkijk in hun privé-leven. Dit in tegenstelling tot ons land. Maar ook mijn gastgezin deed het op z’ n Nederlands: ik kreeg van buiten een inkijk in een sfeervolle, rijkelijk verlichte woonkamer, waar de heer des huizes op een kruk gezeten met zijn gitaar een enorme partituur afwerkte. Eenmaal binnen vertelde hij me dat hij na zijn pensionering was begonnen aan een studie klassiek gitaar spelen.

Om 9 uur sluit ik de woning af en leg de sleutel op een afgesproken plek
Het weer is al dreigend, maar ik bezoek eerst nog even kort het mooie begijnhof van Leuven, dat tegenwoordig het woondomein is van professoren en studenten van de katholieke universiteit van Leuven. Het is een mooi labyrint van smalle steegjes.

De rit naar Turnhout wordt in twee opzichten niet het gebruikelijke genieten. Gelet op de afstand naar Turnhout kies ik voor een linea-recta variant. Dat betekent veel fietsen op en naast provinciale wegen met veel autoverkeer. Maar nòg bepalender is het feit dat het vrijwel de hele tocht regent, zodat het regenpak eraan te pas komt. Nee, met regen neemt het plezier van zo’n fietstocht snel af.
Onderweg doe ik nog twee abdijen aan van de Norbertijnen: die van Averbode en die van Tongerlo. Ze worden allebei nog bewoond door broeders van de genoemde orde, ook al neemt hun aantal af. 
Bij de abdij van Tongerlo proef ik hun abdijbier in de blonde variant. Blond bier is deze dagen bij mij erg in trek. In bijna alle gevallen neem ik bij aankomst in een bestemmingsplaats op een terras eerst een lekker glas koud blond bier in zo’n mooie bokaal. Behalve de Leffe, de la Chouffe en de Grimbergen proef ik ook mij minder bekende merken, zoals Corsendonk, Omer, Brugse zot of Tongerlo. Gelukkig ben ik geen kritische fijnproever, want ik vind ze allemaal erg lekker, zeker na een lange en warme fietsdag.

Om half zes beland ik kletsnat op een kamer in het huis van mevrouw Keukeleire, de eigenaresse van de cafetaria waar ik mijn eerste overnachting ook had. Ik drappeer mijn natte kleding op en aan een paar stoelen en plaats daar een aanwezige ventilator voor.
Die activeer ik in stand 3 in de hoop dat ik dan morgen in droge kleren kan starten met de laatste etappe.

5 sterren ontbijt
Voor de vochtbalans

Bericht 8

  • Datum: woensdag 20 september
  • Traject: Oetingen – Halle – Waterloo – Leuven
  • Afstand: 90 kilometer 
  • Weer: 19 graden, bewolkt maar ook zon, geen regen. Een 7,5

Mooi bedje.
Gastvrouw Ria uit Oetingen had me via de telefoon een ‘mooi bedje’ beloofd en dat maakte ze waar. Weer een mooi adres.

Als je op het Internet op zoek gaat naar een index die maatgevend is voor de mate van inkomensgelijkheid c.q. ongelijkheid in een land, dan kom je uit bij de GINI-index.
En volgens die index is de ongelijkheid in Nederland groter dan in België. 
Dat had ik niet verwacht. Want ik vind het opvallend hoeveel schitterende en zeer luxe huizen ik zie, tegenover ook heel veel troosteloze en armoedige woningen. 

Mijn gastadres is een mooi voorbeeld van verrassende welstand:
Achter een gesloten front met een lelijke poort gaat een prachtig erf met zwembad schuil met een al even fraai onder architectuur gebouwd woonhuis. Hij is een gepensioneerde technicus en zij is psychologe met een praktijk aan huis. Ze hebben als hobby het produceren van wijn uit druiven die ze jaarlijks uit Italië laten komen. En op basis van appels uit hun eigen tuin stoken ze Calvados. Santé.
Ze hebben een zeewaardig zeilschip liggen in de haven van Bilbao, waarmee ze regelmatig trajecten langs de Europese kust varen. Ze vertellen me over hun aarzeling om de Straat van Gibraltar te gaan passeren, want ze zijn bang voor aanvallen van orca’s. Die schijnen vorig jaar drie zeilboten tot zinken hebben gebracht! Voor dat gedrag zijn uiteenlopende verklaringen in omloop. Een onderwerp apart.
Kijk, dit soort verhalen aan de keukentafel bij het ontbijt maken het verblijven bij vrienden op de fiets uniek. Oh ja, nog een klein detail: hun zoon woont in….Bedum!

Ik fiets vandaag weer door een glooiend landschap met mooie uitzichten. De vruchtbare, licht gekleurde lössgronden worden voornamelijk gebruikt voor akkerbouw, met name mais. Ook kom ik percelen tegen waar hop wordt geteeld, belangrijk voor de vele bierbrouwerijen in België. Vandaag passeer ik in Alsemberg de brouwerij van Lambiek, bekend om zijn speciale spontane gisting met gisten uit de buitenlucht.

Ik fiets onder Brussel door en maak een zijsprong naar Waterloo. Een plaats die vaak spreekwoordelijk wordt gebruikt voor een einde of een nederlaag. ‘Daar vond hij zijn Waterloo’: Napoleon Bonaparte werd hier in 1815 definitief verslagen door eenheden onder leiding van Wellington.
Op een 40 meter hoge piramidevormige heuvel staat een leeuw die naar Frankrijk brult.
Je kunt de heuvel beklimmen, maar klimmen doe ik vandaag al genoeg.

België staat/stond altijd bekend als een land met veel verkeersdoden, vooral kinderen. Dat verklaart waarom er in de buurt van scholen veel aandacht is voor veiligheid. Via gekleurde teksten in de wegdek en fel gekleurde palen langs de straat wordt je gewaarschuwd dat je een school nadert. 
Ik kan me zo voorstellen dat de vele lintbebouwing in België heeft bijgedragen aan de verkeersonveiligheid. Want bijna elk dorp of elke stad kom je binnen via hoofdstraten die aan beide kanten worden getooid met stijf tegen elkaar aangebouwde woningen.
Dat gecombineerd met een constante stroom van autoverkeer vergroot de kans op ongelukken. 

Om kwart over zes arriveer ik in universiteitsstad Leuven en na een warme hap kom ik om acht uur bij mijn logeeradres. Maar daarover morgen.

Onderweg
Moderne kijkdoos

Bericht 7

  • Datum: dinsdag 19 september
  • Traject: Oudenaarde – Ronse – Geraardsbergen – Oetingen
  • Afstand: 85 kilometer
  • Weer: jasje aan, harde wind (achter), bewolkt, droog. Een 7

Vandaag fiets ik dus in de Vlaamse Ardennen. Een heuvelachtig gebied met als hoogste punt de Pottelberg op 157 meter. Niet echt hoog dus, maar het valt me smerig tegen om er mijn massa omhoog te trappen. Vaak moet ik het allerkleinste verzet aanspreken, ja sterker nog: ik heb verschillende keren stukjes moeten lopen. Behalve met het hellingspercentage had dat ook te maken met het feit dat het vaak stroken van ruim gelegde kasseien betrof.
Omdat de Ronde van Vlaanderen zich jaarlijks voor een groot deel afspeelt in de Vlaamse Ardennen vind je onderweg hier en daar informatieborden met teksten en foto’s van de wielerhelden. Van kuitenbijter ‘de Koppenberg’ wordt gemeld dat deze als ‘een kassei in je maag’ ligt wanneer je conditie niet op niveau is. Tsja, die rottige kasseien. We kennen ze natuurlijk van Parijs-Roubaix, maar zelfs ook van de Ronde van Drenthe! Vooral bij nat weer is de kans op chaos en valpartijen groot.
Het hoogtepunt van de tocht vandaag is mijn beklimming van ‘de muur van Geraardsbergen’. Ik zeg ‘mijn’ omdat het grotendeels lopend gaat. Dat is geen schande, want het hoogste hellingspercentage bedraagt 20 procent. Op de top (101 meter) laat ik mij bij het kapelletje fotograferen, want je moet toch een bewijs hebben. 
Ik stuiter weer omlaag en vervolg na een snelle hap mijn route naar Oetingen, waar ik om 7 uur arriveer bij mijn gastadres.

De Muur van Geraardsbergen
Kasseien

Bericht 6

  • Datum: maandag 18 september
  • Traject: Ieper – Wervik – Menen – Kortrijk – Oudenaarde
  • Afstand: 90 kilometer
  • Weer: enorme bui, verder redelijk, bewolkt en wind mee. Een 6

Jacques Brel bezingt in het Vlaams het vlakke Vlaanderland, maar dat gaat niet op voor het Vlaanderen waar ik vandaag en morgen fiets. De afgelopen dagen stond de snelheidsmeter meestal op 20. Maar vandaag zijn de variaties veel groter, dus soms is het 8, maar soms ook 36. Ik zit hier in wat ze het heuvelland noemen en morgen komen de Vlaamse Ardennen in beeld met o.a. de beroemde ‘Muur van Geraardsbergen’.
Mijn eigen ingebouwde ‘Bosch-accu’ moet dus meer aan de bak. Gelukkig is-ie gisteren goed opgeladen met koolhydraten van de Italiaan.

Taalkundig en ook politiek is België een ingewikkeld land. Er vast betere bronnen dan deze weblog om je daarin te verdiepen. Ik houd het simpel.
In de loop van de geschiedenis heeft het Noorden van België altijd meer verbinding gehad met het Nederlandstalige gebied. Tussen 1815 en 1830 vormden Nederland en België zelfs één land. 
Officieel heeft België 4 taalgebieden: in Vlaanderen spreekt men Nederlands in de vorm van uiteenlopende Vlaamse dialecten. In Wallonië wordt Frans gesproken en in de omgeving van Eupen ligt officieel een Duitstalig gebied. Tenslotte is er het tweetalige Brussel, waar in de praktijk het Frans domineert. In sommige Belgische gemeenten zijn faciliteiten afgedwongen voor de taal die in de minderheid is.

Vandaag fiets ik een paar keer ongemerkt Frankrijk binnen. Kentekens van auto’s en allerlei opschriften en teksten maken mij erop attent. Bij het tweelingdorp Hallun(F)-Menen(B) rol ik België weer binnen. Al bijna vertrouwd: ‘Koffietje voor meneer’?

Onderweg word ik overvallen door een heftige plensbui. Ik krijg niet de tijd om me in het regenpak te heisen, maar kan gelukkig het meeste water vermijden door een kwartier te schuilen in de portiek van een woning. Daar trek ik regenkleding aan, want de lucht blijft er dreigend uitzien.
Overnachting heb ik vandaag onderweg kunnen afspreken bij Stijn en Delphine in Oudenaarde. Deze stad, o.m. bekend van ‘de Ronde van Vlaanderen’ ligt iets buiten mijn ‘Vlaanderen route’, maar dat is geen probleem. Rond half zes arriveer ik bij het gastadres en krijg een luxe zoldervertrek tot mijn beschikking. Dikke mik. Een 9.

‘Koffietje voor meneer’
In goed gezelschap

Bericht 5

  • Datum : zondag 17 september
  • Traject : rondje battle fields Ieper
  • Afstand: 50 kilometer
  • Weer: bewolkt, windkracht 3 en droog. Een 7,5

Thema van de dag : In Flanders Fields

Bij nader inzien kwam het goed uit dat ik gisteren in Ieper, of om precies te zijn, Zilleke terechtkwam. Want nu kan ik mooi een dagje in alle rust Ieper en omgeving verkennen. Passend in dat plan heb ik twee nachten geboekt bij het vriendenadres in Zilleke.

Wie de film ‘Im Westen nichts neues’ heeft gezien of het boek van Remarque heeft gelezen kan een beeld hebben van de verschrikkingen van de loopgravenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog. Alleen al in de Vlaamse Westhoek, dus met name rond Ieper vielen 550.000 doden. Geen wonder dat je in dit gebied een groot aantal oorlogskerkhoven aantreft, waaronder de grootste bij Passendale.

Ik start in de schitterende Lakenhal van Ieper, waar zich het museum ‘In Flanders Fields’ bevindt. Opvallend knap is de manier waarop ze kans hebben gezien om je te kunnen vereenzelvigen met individuele personen, ook al zijn het meestal acteurs. Het brengt de wreedheid en absurditeit dichterbij.
Vervolgens bezoek ik per fiets en volgens de route van de ‘Ieperboog’ enkele oorlogskerkhoven en ook een gereconstrueerde loopgraaf met (niet toegankelijke) afdalingen naar ondergrondse verblijven waar de soldaten soms even konden bijkomen.
Tyne Cot Cemetry bij Passendale is de grootste. Er liggen meer gesneuvelde militairen, waaronder zelfs soldaten uit Nieuw-Zeeland, dan op elke andere Britse begraafplaats op de Europese vasteland. Het gaat om bijna 12.000 militairen uit de Britse Commonwealth. Ter vergelijking: op Margraten in Zuid-Limburg liggen 8300 Amerikanen begraven. Dat zouden er meer kunnen zijn, maar veel Amerikanen zijn herbegraven in eigen land.

Na een tussenlanding op mijn logeeradres beleef ik om 8 uur de iedere dag plaatsvindende herdenking van de gevallenen bij de Menenpoort in Ieper, bekend onder de naam ‘Last Post’. Enkele honderden bezoekers zijn er getuige van en er wordt een indrukwekkend moment van stilte gehouden.
Kortom, het was niet zo maar een zondag.

Lakenhal in Ieper
Oorlogskerkhof bij Passendale

Bericht 4

  • Datum:    Zaterdag 16 september
  • Traject:    Ruiselede – Brugge – kustlijn – Nieuwpoort – Diksmuide – Ieper
  • Afstand:  125 km.
  • Weer:       Weer een 10

Gisteren had ik het over opvallende verschillen tussen België en Nederland. Hier zijn er nog een paar:
In België zijn de autosnelwegen volledig voorzien van verlichting. Dat wil niet zeggen dat de lampen altijd in bedrijf zijn, want ook in dit land probeert men te besparen op energie. In de tijd dat ze nog wel allemaal in gebruik waren kon je vanuit de ruimte met behulp van satellieten België herkennen, evenals trouwens de kuststrook.
Wat me ook opvalt is dat op het platteland nog veel telefoon- en electriciteitskabels bovengronds lopen. Verder bestaan veel wegen nog uit grote betonplaten, waardoor je het bekende gedoeng – gedoeng – geluid krijgt. Zo reed je vroeger ook over de Transitweg naar Berlijn. 
Het treinverkeer in België is linksrijdend. Dus in de buurt. Van Roosendaal gaan treinen vanuit Nederland via wissels van rechts- naar linksrijdend.
Wat ook opvalt is dat automobilisten hier veel meer ontzag hebben voor fietsers dan bij ons. Via verkeersborden worden automobilisten gemaand om zo mogelijk achter de fietsers te blijven. Ook krijg ik als fietser heel vaak voorrang in situaties dat ik er geen recht op heb.

Amsterdam, Barcelona en Venetië worden bezocht door overmatig veel toeristen. Dat zou ook wel eens kunnen gelden voor Brugge. Het is er nog drukker dan in Gent. 
Maar ja, het zijn dan ook steden waar heel veel moois te zien is. Brugge is beroemd om z’n grachten waarlangs schitterende gevels te zien zijn, het liefst vanuit een rondvaartboot. Ook het Begijnhof behoort bij de highlights. Ik maak wat foto’’s , drink er koffie en laat de stad weer achter me.

Ook weer een verschil met ons land is hoe men de kuststrook heeft ingericht. De Belgische kustlijn is één lange boulevard en is volgebouwd met meestal 10 verdiepingen tellende appartementsgebouwen. Langs de hele kust kun je je auto parkeren en er loopt een tramlijn van Knokke naar de Panne. Eigenlijk is het 30 kilometer Zandvoort. 

Ik heb wat moeite om de slaapplek te reserveren. Ik moet de zoekkring steeds verder uitbreiden en kom tenslotte uit in Ieper. Dat verklaart dat de fietsafstand vandaag uit de hand loopt (125 km) en dat ik uiteindelijk in het donker arriveer. Ik compenseer deze overschrijding met het plan om morgen een dagje in deze omgeving te blijven, want er valt veel te bekijken. Daarover morgen meer.

Brugge
Brugge

Bericht 3

  • Datum : vrijdag 15 september 2023
  • Traject : Bornem – Dendermonde – Gent – Aalter – Ruiselede
  • Afstand : 96 kilometer
  • Weer : uitmuntend, dus een 10

Dat uitmuntende weer verklaart voor een groot deel het gemak waarmee ik de afgelopen twee dagen toch weer bijna 100 kilometer heb afgelegd. Afstanden die ik ook bij vorige fietstochten dagelijks reed. Het heeft ook te maken met het feit dat ik alleen maar korte stopjes doe en geen uitgebreid bezichtigingen van de vele toeristische objecten. Ook het vlakke landschap maakt het allemaal wat gemakkelijker.
Met mijn fietspatroon, dus inclusief alle onderbrekingen, haal ik gemiddeld over een dag 12,5 km. per uur. En met 8 uren fietsen kom je dan op 100 kilometer. Dat is een afstand die voor een e-bike in stand 2 kritisch is. Ik ben dan ook heel blij met mijn World Traveler zonder ondersteuning. Het verbaast mij altijd weer hoe gemakkelijk de Santos fietst, want als ik de hele massa af en toe optil zou je iets heel anders vermoeden.

Over e-bikes gesproken.
In de garage van mijn gastvrouw staan wel 8 fietsen in allerlei soorten. Daaronder ook een zogenaamde pedelec. Dat is zo’n supersnelle elektrische fiets met een kentekenplaatje en helmverplichting. Zo komen mij ook vandaag weer met grote regelmaat voorbij suizen, want ze maken wel behoorlijk veel geluid.
Mijn gastvrouw is verpleegkundige en rijdt drie dagen per week op en neer naar Brussel, dat op ongeveer 30 kilometer vanaf Bornem ligt. Ze past daarmee in een fietspatroon van veel forensen, die op die manier heel veel verkeersdrukte en files kunnen vermijden. Wel vermoed ik dat je na aankomst op je werkplek graag eerst even een douche wilt nemen. De meeste van deze ‘renners’ fietsen in sporttenue, maar er scheuren je ook yuppen voorbij in kostuum en overhemd!

Na vertrek uit Bornem zoek ik eerst de Schelde weer op en kom weer op de ‘Vlaanderenroute’. Onderweg tref ik in de berm een rechtop geplaatste halve boot, waarmee de laatste parlevinker van de Schelde wordt herdacht. Parlevinker? Ik krijg spontaan associaties met een spel dat ik – en velen met mij – vele uren speelde, namelijk: Electro. Een high-tech-spel uit de jaren 50 en 60 (of nog steeds?). Door met twee pinnetjes aan een draad op de bodem van de speldoos bepaalde combinaties aan te prikken kon je, als je goed koos, een rood lampje laten ontbranden. Er waren speelbladen met allerlei onderwerpen. En zo doende kwam ik er achter wie Ferdinand de Lesseps was of wat een parlevinker precies deed. 
Een associatie met nostalgie.

Al fietsend probeer ik ook verschillen met Nederland waar te nemen. Eentje is het aangename fenomeen van de gratis pontjes die mij een aantal keren over de Schelde zetten (‘Bij u kost-a geld hè’). Ook heb ik het idee dat wij in ons land de tegemoetkomende fietsers vaker begroeten met een ‘moi’ of een opgestoken hand. Verder is men veel scheutiger geweest met het op allerlei plekken toestaan van woningen en appartementen langs de oevers van de Schelde en lijkt een welstandscommissie een onbekend verschijnsel. Laissez faire, laissez passer.

Na een vroege koffiestop in het fraaie Dendermonde, waar dus de Dender in de Schelde uitmondt, gaat het richting Gent. Onderweg zie je op verschillende plekken iets wat wij in Nederland ook doen: ruimte maken voor de rivier in de vorm van overloopbekkens, die tevens het rivierlandschap verfraaien.

Het toeristische hoogtepunt van deze dag is het centrum van Gent. Het lijkt alsof het vakantieseizoen nog volop gaande is. Horden toeristen en volgeladen rondvaartboten. Geen wonder, want het centrum van Gent toont een overweldigende hoeveelheid aan monumentale gebouwen die op een rijk verleden duiden. Wat bij ons de Herengracht heet is hier de Korenlei met prachtige gevels. Ik houd het bescheiden.

Onderweg bel ik een gastadres en heb succes in Ruiselede. Nooit van gehoord.
Ik arriveer er rond zessen en wordt aangenaam verrast met een volwaardige achter in de tuin staande vakantiewoning met het toepasselijke WiFi-wachtwoord Vakantieineigentuin. Niets teveel gezegd. Klasse. Opnieuw ‘home alone’.
Qua horeca is er weinig keuze in dit dorp, dus het wordt een Döner Kebabschotel die ik net als bij voorgaande ervaringen niet helemaal naar binnen werk. Het is dat ik geen hondje heb meegenomen op deze reis…..

Ode aan de parlevinker
Mijn vakantiehuis in Ruiselede

Bericht 2

  • Datum : donderdag 14 september
  • Traject : Turnhout – Bornem
  • Afstand : 96 kilometer
  • Weer : prachtig fietsweer; niet te warm, veel zon, droog en weinig wind.

Vrienden van de fiets zijn in de praktijk van de uitvoering vaak vriendinnen. Zo ook in Turnhout. De gastvrouw heeft een grote cafetaria en daar staat vanmorgen ook mijn ontbijt klaar. Ze levert er een lunchzak bij, zodat ik ook nog wat voor onderweg kan meenemen. Het tarief is de jaarlijks vastgestelde prijs per persoon : 25 Euro.

Een grote plaats of stad qua voorgenomen route goed uitkomen is vaak lastig, want je bent vrijwel altijd even afgeweken van je route. Google Maps biedt dan uitkomst. Je kiest als bestemming het punt waar je weer kunt aanknopen op je route en met de telefoon in de hand fiets je dan feilloos naar die plek.
In de buurt van Gierle tref ik op die manier mijn eerste markeringsbordje ‘Vlaanderenroute’, waarvan er vandaag vele zullen volgen. En toch mis ik er af en toe eentje en moet dan met mijn fietsnavigatie (Mio), mijn routeboekje en richtingsgevoel het hoofdspoor weer terug zien te vinden.
Zoals jullie misschien weten zijn de Belgen de bedenkers van het systeem van fietsknooppunten. Die tref ik dus ook veel. Alleen heb ik er niet veel aan, want de Belgen zijn erg zuinig geweest met het plaatsen van kaartborden zoals Nederland dat consequent doet. Maar goed, al met al kan ik gelukkig over meerdere navigatiebronnen beschikken. Helemaal op één manier koersen is sterk af te raden.

Onderweg valt het me op dat de (rijkere) Belgen bij nieuwbouw van woningen een grote voorkeur hebben voor ‘dozen’, ofwel kubusvormen. Natuurlijk zie ik ook veel van die soms wat truttige ‘Belgische’ landhuizen van bonte baksteen met kasteelelementen en strak geschoren groen. Ook is zichtbaar dat in België een strakke Ruimtelijke Ordening ontbreekt, want het landschap is vaker dan bij ons verrommeld door op allerlei plekken nieuwbouw toe te staan.

De route is overigens mooi en de kwaliteit van de fietspaden, de landweggetjes en de harde zandpaden is prima. 
Het eerste deel van mijn route is Turnhout – Antwerpen. Met schoolexcursies hebben we Antwerpen vaak bezocht, dus ik bespaar mij een uitgebreide stadsverkenning. Wel natuurlijk even een stopje op de Grote Markt met de Brabofontein. Als je de foto hieronder goed bekijkt, dan zie je dat Brabo een afgehakte hand wegwerpt. Dat ‘handwerpen’ wordt wel gebruikt als verklaring voor de naam van deze havenstad.

Na Antwerpen is de route heel duidelijk, want die wordt bepaald door de loop van de Schelde. Bij een tussenstop zie ik dat mijn volgende gastvrouw een berichtje heeft gestuurd waarin ze meldt dat ze tussen half vijf en 6 uur niet thuis is. Heel attent natuurlijk, want dan kan ik tijdig mijn dagindeling aanpassen.
Na aankomst in overnachtingsplaats Bornem ga ik daardoor eerst eten. Rond 7 uur neem ik intrek in een slaapkamer van een keurige rijtjeswoning bij Wilma Goeman, Elisabethstraat 9 in Bornem.

Bordje Vlaanderenroute
Brabo werpt een hand van de reus weg

Bericht 1

  • Datum: woensdag 13 september
  • Traject: Emmen – Turnhout (B)
  • Emmen – Baarle Nassau per auto (250 km) en daarna per fiets 15 km.

Een vriendendienst
We zijn Zwolle nog niet voorbij, of ik word gebeld door de ‘vriend op de fiets’ uit Turnhout, waar ik een eerste overnachting had geboekt. Door familieomstandigheden moet hij de boeking helaas annuleren, maar … hij heeft voor mij een vervangend adres gevonden, ook in het centrum van Turnhout. Ik bedank hem hartelijk voor deze inspanning en zeg hem toe dat ik contact zal maken met het nieuwe adres.

In druk verkeer rijden we zonder oponthoud via Arnhem naar Baarle Nassau. Een Nederlandse gemeente die op haar grondgebied een groot aantal stukjes Belgisch grondgebied heeft, die gezamenlijk de enclave Baarle Hertog vormen. 
Ik ga er nu verder niet op in, want in het fietsverslag ‘ Ronde van Nederland’ heb ik er uitgebreid aandacht aan besteed. Een bezoekje kan ik aanbevelen.
Wat mij natuurlijk als kruidenierige Nederlander meteen opvalt, is dat de benzine hier 1,75 kost, terwijl de prijzen in ons land momenteel boven de 2 Euro liggen. De pompstations die ik zie zullen dan ook wel op lapjes Baarle Hertog liggen. 

Vlot na aankomst in Baarle maakt mijn broer rechtsomkeert en ik begeef mij op weg naar Turnhout. Dat gaat eerst langs de provinciale weg met veel autoverkeer,  maar al snel beland ik op een apart fietspad. Dat is over meerdere kilometers een lineaal-recht en geasfalteerd pad. Uit eerder ervaringen weet ik dat je dan meestal op een voormalig spoortraject rijdt. Dat vermoeden wordt bevestigd als ik de naam van het pad zie: ‘Bels lijntje’.

Om 5 uur arriveer ik bij het opgegeven adres in hartje Turnhout. Het blijkt een cafetaria te zijn, dus ik begin licht te twijfelen. Maar de serveerster bevestigt mijn reservering en loopt met me mee naar een nabijgelegen pand, waar ik even later verbaasd om me heen kijk in een ruimte die haast geschikt lijkt voor een groep: een enorme woonkamer met naastgelegen slaapkamers en bad/toilet. ‘Helemaal voor u meneer’. Klasse!

Op een zonnig terras in het sfeervolle centrum van ‘de hoofdplaats van de Kempen’ trakteer ik mijzelf op één van de 1150 soorten Belgisch bier, namelijk een blonde Omer uit Bellegem. Die brouwerij in de buurt van Kortrijk komt ik vast nog wel tegen. Hij valt er lekker in, net als het bord Lasagne in mijn ‘thuiscafetaria’.
Kortom: de start is veelbelovend!

Home alone in Turnhout
In Turnhout ook Jugendstil

Bericht 0 – Proloog

Datum: dinsdag 13 september 2023

Vanaf woensdag 13 september waag ik mij aan de uitvoering van een al eerder bedacht voornemen om te gaan fietsen in Vlaanderen. Met zo ongeveer hetzelfde recept als de Ronde van Nederland: Niet al te ver van huis, geen taalbarrières en slapen bij vrienden, want die zijn er ‘op de fiets’ ook in Vlaanderen in ruime mate. 

Het plan is dat mijn broer me per auto vervoert naar de plek waar Nederland en België innig met elkaar verstrengeld zijn, namelijk Baarle-Nassau-Baarle -Hertog. Ten Zuiden van Tilburg ligt deze legpuzzel van stukjes België (enclaves), omringd door Nederlands grondgebied.
Van daaruit hoop ik fietsend – want zo hoort dat – te arriveren bij een eerste slaapplek in Turnhout. Vervolgens fiets ik tegen de klok in het grootste deel van de gemarkeerde route in  dag-afstanden van zo ongeveer 75 kilometer. Dus de lat ligt wat lager dan de ongeveer 100 kilometer lange dag-trajecten van eerder gemaakte fietstochten. Of dagelijkse verslaggeving gaat lukken? Ik houd graag een slag om de arm.