Bericht 14

  • Datum: vrijdag 10 juni 2016
  • Traject : Naunders – Merano
  • Afstand : 90 km
  • Weer : superbe! Een 10!
  • Parcours : luxe: de hele dag licht dalend langs de Adige. Plaatsen: Mals, Pfunds, Prad, Naturns

Dit zou een dag van de superlatieven worden. Alle ingrediënten dienen zich aan en doen zich voor: een kraakheldere blauwe lucht, scherp afgetekende besneeuwde bergtoppen, frisse weiden met veel bloemen, twee prachtige meren, klaterende beekjes, af en toe leuke stadjes of dorpen en dan ook nog een dalend parcours over fietspaden die overwegend uit asfalt bestaan.
Ik kom vandaag ogen en lenzen tekort. De zintuigen draaien op volle toeren, zeker na al die regen van gisteren. De oren gebruik ik alleen voor vogels en achteropkomend verkeer. Geen muziek nu, want de bergen zijn zelf al ‘alive with the sound of music’. Nee, muziek nu zou zoiets zijn als extra slagroom op de slagroomtaart. De dag is al ‘barok’ genoeg, rococo zou overdaad zijn.

Ik begin de dag bij een Bäckerei in Nauders, want mijn pension biedt geen ontbijt. Prima adres trouwens (Haus Arina). Nauders vind ik een echte aanrader voor een korte vakantie Oostenrijk. Het heeft een prachtige ligging en Zwitserland en Italië liggen binnen handbereik.
Eerst nog een klein restje Reschenpas en op het hoogste punt kom ik Italië binnen. De gastvrijheid valt even tegen, want meteen over de grens doet een loslopende hond een aanval op mijn rechterbeen. Woest grommend rent hij mee, maar na wat armgebaren en een schreeuw geeft hij het op. In Spanje vorig jaar trof ik ze uitsluitend achter hekken.
Het fietspad door dit gebied, dat Vinschgau heet, is heel erg populair bij fietsers. Net als vorig jaar haal ik ze meestal, met belgeluiden, in. Eigenlijk is deze route over de Reschenpas al een heel oude Romeinse verbinding: de Via Claudia.
Regelmatig stop ik voor het maken van een foto, want er is overweldigend veel moois. Ik passeer twee meren. In één van de twee staat de verdronken toren van Graun, na die van Pisa de meest gefotografeerde toren van Italië. Het verdrinken heeft te maken met het feit dat de Reschensee een stuwmeer is.
Ik ben blij verrast dat het opgebouwde hoogtesaldo zich terugverdient door het feit dat ik niet alleen vandaag, maar ook nog de komende dagen steeds verder afdaal naar de Povlakte. Dat is een erg prettig vooruitzicht.
Mals heeft een Romaans kerkje met 9e eeuwse fresco’s, maar de kerk is dicht. Bij Laas fiets ik langs enorme plakken wit marmer, dat daar in de buurt wordt gedolven. Je treft dit marmer o.a. Aan op de begraafplaats van Margraten, zo lees ik in mijn gidsje.
Ik passeer Prad, dat aan de voet ligt van de beroemde Stelvio-pas. Een beul van een beklimming of ….een feest om van af te dalen (kijk eens op Google-afbeeldingen!). Ik vraag aan politieman of er ook een bus omhoog gaat, maar dat feestje gaat niet door.
In de middag steekt er een harde wind op. Het lijkt een soort Mistral en ik heb hem tegen. Gelukkig wordt de wind geneutraliseerd door het feit dat ik voortdurend daal, zodat ik toch met gemak zo’n 25 km per uur kan fietsen.
Om half vijf stort ik me in de drukte van Merano, een kuuroord aan de Adige. Hoewel deze stad ‘slechts’ 37.000 inwoners telt, is het een zeer levendige typisch Italiaanse stad: smalle straten met steile en hoge gevelpartijen. Het kuuroord met z’n mooie wandelpromenade, Kurhaus en park ademt de sfeer van een ‘Spa’. Het is zeer druk op straat, want er is dit weekend een festival van straatartiesten.
Via de jeugdherberg, die vol is, beland ik bij een particulier adres dichtbij het centrum.
Ik eet ’s avonds in een grote Biergarten, waar op een reuzenscherm de EK-voetbal wordt getoond.
Als ik om tien uur weer op straat loop is het in Merano één groot feest. Massa’s mensen en niet te vergeten: heel veel kleine kinderen. Gebruikelijk in Mediterrane streken. Nee, deze dag kan niet meer stuk. Fantastisch was het, van begin tot einde!

Drie foto’s vandaag:
Ik slaap tussen de bergen.

14.1

Een koffie ‘zoals het heurt’
14.3

Het verdronken kerkje van Graun
14.2