Bericht 13

  • Datum: donderdag 9 juni
  • Traject : Landeck – Naunders
  • Afstand : 52 km
  • Weer : een ‘zieke’ regendag; gelukkig niet koud
  • Parcours : eerst geleidelijk stijgend, daarna de Reschenpas.
  • Plaatsen: Ried, Pfunds, Marina (Zw)

Als de tochten naar Santiago voor appels staan en deze rit naar Rome voor een peer, dan zijn er uiteraard ook weer de overeenkomsten en de verschillen. Deze keer maar eens aandacht voor de verschillen in mijn ervaringen:

  1. de tocht naar Rome staat minder in het teken van een pelgrimage
  2. ik heb meer last van water, zowel van boven als van beneden
  3. ik ervaar minder verlatenheid en verstildheid (luister minder muziek)
  4. nu geen herbergen of gîtes, maar meer pensions en B&B
  5. ik gebruik naast Reitsma meer ‘gewone’ bewegwijzering
  6. fiets meer over aparte fietspaden (Radwege)
  7. en tref ook meer on- of halfverharde trajecten

Mijn gastheer in Landeck is (en heeft) een markante figuur met een zware basstem. Als ik hem vraag of hij Frau Winkler ook heeft gekend, antwoordt hij ontkennend, maar vertelt me wel dat de naam in Landeck heel gangbaar is. Zoiets als bij ons Jansen en Pietersen, al ken ik daar zelf niemand van. U – lezer- wel?
Ik vervolg mijn tocht via het hier smalle Inndal. Het fietspad ligt niet altijd pal naast de rivier, waardoor er regelmatig venijnige klimmetjes en soms steile afdalingen zijn. Per saldo gaat het omhoog. De rivier is het bewijs, want met veel geweld stroomt het grijsgetinte water omlaag. Af en toe gaat het fietspad via houten bruggen over de Inn. Daar is het goed oppassen, want door de regen die permanent valt is het wegdek spekglad, vooral als je in plankrichting rijdt. Ik tref heel veel andere fietsers. Ze zijn over het algemeen zwaarder ingepakt tegen de regen. Poncho’s en complete regenpakken domineren. Ik geef de voorkeur aan het drooghouden van het bovenlichaam en fiets in korte broek. Liever de benen nat, dan zo’n kleffe regenbroek. Het is een keuze die mogelijk is door de prettige temperatuur. Trouwens, het bovenlichaam droog houden valt ook niet mee, want zweet en toch wel doordringend regenwater maken je op den duur op z’n minst vochtig.
Zoals gezegd, het regent permanent, maar niet zwaar. Wel zwaar zijn de luchten, want door de bewolking word me veel zicht ontnomen.
Na een klein stukje Zwitserland begin ik aan de Reschenpas. Via 11 genummerde haarspeldbochten à la Alp d’Huez ga je over mooi asfalt 7 procent stijgend omhoog. Dat is goed te doen. Toch zet ik ter stimulering een muziekje op en verdraaid – ja echt – één van de eerste nummers is van Daniël Lohues: “griffemeerd, communist of roomskatteliek, we hebb’n allemaol baot bij meziek”
(Ik schrijf het maar ongeveer zoals ik het hoor). Mooi toepasselijk.
Af en toe passeert mij een bus die ook fietsen vervoert, soms rechtop in een rek aan de achterkant en soms in een aanhanger. Onderweg zwaai ik met mijn Alpenpaspoort naar de webcam van het Alpentribunaal uit Garmisch Partenkirchen om mijn ‘kerelbevestiging’ te bewijzen. Zo vriendelijk als ‘meneer Reschenpas’ was, zo mild is ook zijn rug. In vrijwel één ruk, uiteraard wel in een heel klein verzet, kruip ik met 7 à 8 km per uur omhoog naar 1405 meter ( komend vanuit 800). Vlak voor Naunders volgt eerst nog weer een afdalinkje. Ik ga overnachten in Naunders. Morgen wordt het beter weer en doe ik nog een klein restje Reschenpas, want het hoogste punt ligt op 1515 meter.
Tevreden trek ik om kwart over drie mijn kleffe kleding uit op een warme kamer Haus Arina.
Ben heeft het me al voorspeld: Na Nauders is het alleen nog maar genieten. Mooi vooruitzicht.

Foto: bocht 6 Reschenpas

13