Bericht 9 Fietstocht Praag

  • datum: zondag 3 september
  • Traject: Bad Berneck – Marktredwitz – Cheb (Eger)
  • Afstand: 80 km.
  • Weer: bewolkt en zon, droog, frisjes; een 8

Het traject vandaag door het Fichtelgebergte begint vanuit Bad Berneck met een klim naar het hoogste punt van de reis (800 m), vlak voor Fichtelberg. Maar dat gaat gelukkig mooi geleidelijk, omdat het nieuwe fietspad is aangelegd op een voormalige spoordijk . In Drenthe kennen we ze ook. Het hellingspercentage schat ik op zo’n 4 procent. Een bijpassend muziekje, o.a. ‘There are places to remember’ (Beatles) zorgt voor de benodigde spirit. Een slakkengang wil ik het niet noemen, want die is voor deze gelijknamige dieren op het fietspad, die ik om de haverklap moet vermijden.

Het is fris vanmorgen. Dat merk ik sterk als ik wat bezweet raak van een stijging en met die klefheid vervolgens afdaal. Dan wil ik wel een krant voor de borst. Maar ja, die is er niet en dus probeer ik me wat ‘kleiner’ te maken. Bij het hiervoor al genoemde Fichtelberg zie ik langs de route ook een ski-station, dus dat zegt ook wel wat over de temperaturen die hier kunnen heersen.

Het landschap is dus  bergachtig en toont regelmatig mooie vergezichten. Het valt me op dat ik nog niet één keer collega-fietsers heb getroffen die ook naar Praag  fietsen. Ze zijn er ongetwijfeld, want onderweg heb ik wel de veerman of hotelbeheerders gesproken die melding maakten van Praag-gangers. Het is weer volop genieten vandaag. Als ik probeer te bedenken wat zo’n fietstocht toch zo leuk maakt, dan is dat o.a. dat je in de buitenlucht met een zekere lichamelijke inspanning in een prettig belevingstempo steeds weer nieuwe ‘plaatjes’ op ziet doemen, waarvan ik me in veel gevallen vooraf  een zekere voorstelling heb gemaakt. En op zo’n reis wint de nieuwsgierigheid het bij mij meestal van de onzekerheid, die voor velen – heel begrijpelijk – een barrière vormt. Met ‘plaatjes’ bedoel ik niet alleen stadsgezichten en landschappen (waar ik overigens onverzadigbaar in ben), maar ook dingen als ‘wat voor bed zou mij vanavond weer wachten’. Dat geldt vandaag extra, want in Cheb heb ik een pension geboekt voor slechts 20 Euro. Kan dat wat zijn?

De grensovergang naar Tsjechië kan concurreren met die bij Zwartemeer. Ik merk er vrijwel niets van, maar misschien komt dat ook  omdat ik op een solitair en onverhard stuk fietspad rijd. Op de plek waar de grens kennelijk loopt ligt een grote steen met een opschrift van Ghandi (zie foto). Op honderd meter afststand, waar de weg loopt, zie ik wel gebouwen die aan een grenspost en aan andere tijden doen denken. Tijden waarin Tsjechië achter het IJzeren gordijn lag en niet, zoals nu een EU-  en bovendien ook nog een Schengen-land is.

Cheb heeft ook een Duitse naam: Eger. Dat heeft te maken met het feit dat zo ongeveer het hele – nu Tsjechische- grensgebied tot 1945 Duits was: het zogenaamde Sudetenland. Na de oorlog moesten heel veel Duitsers uit deze streek vertrekken. Maar de meeste ‘gewone’ Tsjechen hadden niet veel trek om hun plekken in te nemen. Het gevolg was dat Cheb nogal wat minder kansrijke bewoners aantrok, waaronder Slowaken, Roma en Vietnamezen. Dat schijnt deze ‘Duitse’ stad een sterk multi-culti-karakter te geven. Ik ga het zien.

Het gebouw waar ik rond vieren in Cheb aanbel heeft niets van een hotel of pension. Adres en naam kloppen wel. Na lang wachten klinken er gelukkig sleutelgeluiden en een vriendelijk dametje doet open. Ze moest van drie hoog komen. Op de vierde maakt ze me wegwijs en ……het bed valt mee!

Onderweg: 

Noodlanding: 

Op de goede weg: 

Nepomuk beschermt bruggen: 

Grenspassage: 

Mijn bedje: